Van een onrechtmatige daad is sprake als je een inbreuk maakt op iemands recht. Je handelt op onbehoorlijke wijze of je doet iets dat in strijd is met een wettelijke plicht. Er zijn veel situaties te bedenken waarbij sprake is van een onrechtmatige daad. Dat kan zijn van de buurjongen die de ruit van de buurman ingooit met zijn bal tot het schenden van het auteursrecht van een fotograaf door zonder toestemming zijn foto op jouw website te plaatsen. De hoofdregel is dat iedereen zijn eigen schade moet dragen, de onrechtmatige daad is daar de uitzondering op.
Om schade te kunnen verhalen moet er aan een aantal eisen worden voldaan:
Eerst moet worden vastgesteld of er sprake is van een onrechtmatige daad. Er moet inbreuk gemaakt zijn op een recht. Je doet iets of laat iets na dat in strijd is met een wettelijke plicht of met een ongeschreven regel in het maatschappelijk verkeer.
Is onrechtmatigheid vastgesteld dan wordt gekeken naar de toerekenbaarheid. Een onrechtmatige daad is toerekenbaar als het de schuld is van de dader of als de handeling volgens de wet of geldende opvattingen voor rekening van de dader hoort te komen.
Er moet ook sprake zijn van schade wanneer je recht wil maken op schadevergoeding. Dit kan gaan om vermogensschade of immateriële schade. Op dit punt verschilt Nederland van de Verenigde Staten, waar zoals waarschijnlijk bekend soms heel hoge bedragen worden uitgekeerd voor immateriële schade. In Nederland gebeurt dit maar incidenteel.
Dit is vaak een lastige eis. Je moet vaststellen of de onrechtmatige daad de schade daadwerkelijk heeft veroorzaakt en in hoeverre geleden schade te linken is aan de onrechtmatige daad. Alleen de schade die te wijten is aan de onrechtmatige daad komt voor schadevergoeding in aanmerking.
Tenslotte wordt er gekeken naar de relativiteit. Alleen de belangen die een wettelijk voorschrift beoogt te beschermen, komen in geval van schade voor vergoeding in aanmerking. Denk hierbij aan een tandarts die zonder vergunning zijn praktijk als tandarts opende. Toen de andere tandartsen hem aansprakelijk stelden omdat hij op oneerlijke manier concurreerde, wat vanwege het relativiteitsvereiste schadevergoeding niet mogelijk omdat de vergunningsplicht bedoeld was om cliënten te beschermen tegen onzorgvuldige praktijken en niet om eerlijke concurrentie te waarborgen.
Als aan al deze eisen is voldaan, kan er ook nog sprake zijn van gedeeltelijke eigen schuld. Als bijvoorbeeld wordt vastgesteld dat er sprake is van 30% eigen schuld dan wordt dit percentage van de schadevergoeding afgetrokken. Zou de schadevergoeding dus € 10.000,- zijn, dan wordt nu € 7.000,- uitbetaald.