Tot een aantal jaren geleden verstrekten de banken veel leningen met variabele rente. Vanwege het renterisico daarvan (het was immers onbekend of de rente zou stijgen of dalen), kon je dan een renteswap afsluiten. Dat was een soort verzekering die ervoor zorgde dat wanneer de rente zou stijgen, je niet meer zou gaan betalen dan een bepaald percentage.
Die producten (renteswaps, ook wel rentederivaten genoemd) hadden soms exotische namen zoals super collars extendable swaps, zero cost knock-in-collars, caps with knock-in-floors, of een gewone plain vanilla renteswap. Hoe mooier de naam, des te duurder -vaak- het product.
Wat de banken daarbij niet altijd even duidelijk vertelden, was dat er ook risico’s aan die renteswaps verbonden waren. Met name als de rente zou dalen, dan zou er een extra premie voor de renteswap betaald moeten worden. Veel bedrijven hebben daardoor heel veel geld verloren.
Over deze renteswaps zijn diverse procedures gevoerd. In veel gevallen zijn de banken veroordeeld om hun klanten een schade te vergoeden. Dit omdat zij bij het verkopen van die producten hun klanten onvoldoende gewezen hadden op de risico’s daarvan.
Enkele jaren geleden hebben de banken een soort convenant opgesteld. Op basis daarvan keren zij uit zichzelf vergoedingen uit aan klanten, volgens landelijk vastgestelde regels (het zogenaamde Uniform Herstel Kader). Dit document is een technisch document waar, de goede wil van de banken ten spijt, toch niet altijd de juiste vergoeding uit voortvloeit. Daarnaast geldt dit document vooral voor MKB-bedrijven. Een behoorlijk aantal bedrijven moet dus zelf werk maken van die vergoeding.
Mocht u in het verleden renteswaps hebben afgesloten en twijfelt u of dat goed gegaan is (of twijfelt u over een eventueel aanbod van uw bank conform het UHK), dan kunt u contact opnemen met Jos de Kerf voor een vrijblijvend gesprek. Jos heeft al een de nodige bedrijven kunnen helpen.