Beëindigingsovereenkomst
De beëindigingsovereenkomst, voorheen (en nog regelmatig) ook vaststellingsovereenkomst genoemd, is een overeenkomst waarin werkgever en werknemer alle afspraken vastleggen rond ontslag met wederzijds goedvinden.
Bedenktijd voor de werknemer
Voor de werknemer geldt een bedenktijd: die mag twee weken na de datum waarop de overeenkomst is gesloten er schriftelijk op terugkomen, zonder dat hij een reden hiervoor hoeft op te geven. Het is belangrijk de bedenktijd ook in de beëindigingsovereenkomst op te nemen, want anders wordt de bedenktijd langer.
Wat staat er in de beëindigingsovereenkomst?
In de beëindigingsovereenkomst zullen de volgende onderwerpen terugkomen:
- naam en adres van werkgever en werknemer
- dat de werkgever heeft voorgesteld de arbeidsovereenkomst te beëindigen (en wat de reden hiervoor is)
- dat er geen dringende reden voor ontslag is (geen reden voor ontslag op staande voet dus)
- dat het gaat om een beëindiging met wederzijds goedvinden
- per welke datum de arbeidsovereenkomst eindigt (let op de opzegtermijn)
- op welke datum er een eindafrekening wordt opgemaakt
- dat de werknemer twee weken bedenktijd heeft
- wat er gebeurt met bedrijfseigendommen, leaseauto, telefoon van de zaak, social media-accounts, et cetera
- wat als de werknemer binnen afzienbare tijd ziek wordt
- een eventuele beëindigingsvergoeding/transitievergoeding
- welke bedingen ook na einde van de arbeidsovereenkomst wel/niet nog van belang zijn (concurrentiebeding, relatiebeding, geheimhoudingsbeding, boetebeding)
- waar en wanneer de overeenkomst door werkgever en werknemer is ondertekend.
Juiste formulering beëindigingsovereenkomst
Voor de werknemer kan een verkeerde formulering (grote) gevolgen hebben voor zijn rechten op bijvoorbeeld een WW-uitkering. Het is zeker niet alleen in het belang van de werknemer om een beëindigingsovereenkomst goed juridisch te laten checken. Als werkgever wil je ook sluitende afspraken maken over alle relevante onderwerpen.