De minderjarige volgde samen met haar klas (groep 8 basisschool) een gymles. De leraar die deze les gaf is in dienst als sportdocent bij het Beweegburo. De minderjarige nam samen met haar groepje deel aan het onderdeel kastspringen, waar ze een minitrampoline gebruikten om een zogenaamde wendsprong uit te voeren. Door de docent is deze sprong aan het begin van de les duidelijk uitgelegd en ook gedemonstreerd. Een klasgenoot van de minderjarige (met turnervaring) heeft hierna toestemming gevraagd om een andere, wat complexere sprong te mogen doen, een zogenaamde handstand overslag. De docent gaf hiervoor toestemming. Hierbij is niet duidelijk gemaakt dat de toestemming alleen voor de leerling gold die ook de toestemming heeft gevraagd. De docent is na het geven van toestemming weggelopen. Na dit misverstand heeft de minderjarige dezelfde sprong uitgevoerd en is hierbij verkeerd geland, waardoor ze hard op de grond terecht kwam. Haar bovenlichaam is in elkaar geklapt, waarbij ze voelde dat er iets kraakte. Na een paar röntgenfoto’s bleek dat ze een ruggenwervel had gebroken.
Doordat de docent tijdens het ongeval in dienst was bij het Beweegburo, stellen de ouders het Beweegburo ook aansprakelijk voor de schade.
Om dit soort ongevallen te voorkomen, was het noodzakelijk geweest om duidelijk te maken aan de andere kinderen in deze groep dat de toestemming alleen gold voor de leerling met turnervaring. Dit heeft de docent niet gedaan en is weggelopen na het toestemming verlenen. Ook dit had de docent niet mogen doen, het was de bedoeling geweest dat de docent deze oefening had begeleid, omdat er altijd risico’s zijn tijdens een gymles.
Het oordeel van de rechter is dat er door de docent niet is gehandeld zoals er van een gymdocent zou mogen worden verwacht. De docent was toen het ongeval gebeurde in dienst bij het Beweegburo. De rechter heeft besloten dat het Beweegburo als werkgever aansprakelijk is voor het overkomen ongeval en de schade van de minderjarige zal moeten vergoeden.
Dit blog is geschreven door meeloopstagiaire Melanie Voorwinden (vwo 3), naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 23 juli 2024.